Dienstvak- en ranginsignes

Gekruiste kanonnen voor artillerie, diverse uitvoeringen (links onder en links boven).

Twee lissen met zilveren knop voor vaandrig of kornet, overjas (rechts boven).

Twee sterren geborduurd in zilver voor eerste luitenant, overjas of net uniform (rechts onder).

Mouwopslagen, ook wel 'bananenschillen' genoemd.

Rangaanduidingen voor de ondermouw. De rode bies duidt op de artillerie of grenaderis. De gele stof is voor korporaals, de gouden stof voor de sergeant (grenadiers) of wachtmeester (artillerie).

Kokardes

Kokardes van kepies in verschillende kleuren; de linker twee voor infanterie of artillerie, de rechter voor cavalerie of politietroepen.

Vaardigheidsembleem

Gekruiste patronen met balk in gouddraad geborduurd op grijsgroene stof.

Het vaardigheidsembleem voor schutters van de zware mitrailleur.

Kraagembleem voor hospitaalsoldaat

Schouderembleem voor buitenmodel uniform, 12e Regiment Infanterie

Fourragère voor gekleed tenue/ ceremonieel uniform

De drie dunne kwasten, (de franje aan een dunne kwast aan een fourragère wordt ook torsade genoemd), duiden op de rang van een eerste luitenant.

Deze fourragère werd bij een huisontruiming in Dordrecht gevonden met de originele doos.

Fourragère voor gekleed tenue/ ceremonieel uniform

De twee dikke kwasten, (de franje van een dikke kwast aan een fourragère wordt ook bouillon genoemd), duiden op de rang van een kapitein.

Bandsjerp voor gekleed tenue

Schouderstukken voor gekleed tenue/ ceremonieel uniform

Deze schouderstukken van gouddraad werden gedragen door officieren op het ceremonieel tenue.